Al in de jaren veertig genieten algen wetenschappelijke aandacht vanwege hun voedingswaarde. Toen dachten wetenschappers dat algen een algemene voedingsbron zouden worden wegens hun rijke proteïnegehalte. Spirulina en nostoc werden overigens al eeuwen gebruikt in Azië en Afrika.
Ondertussen is het proteïnegehalte niet meer het enige argument om hen als gezondheidsvoeding te bestempelen. Algen zijn rijk aan vitamines (B-vitaminen), mineralen (kalium, magnesium, ijzer en calcium) en carotenoïden (bètacaroteen, luteïne, zeaxanthine, astaxanthine ...). Carotenoïden zijn een groep van antioxidanten die de ogen en de huid beschermen.

Algen zijn ook een bron van omega-3-vetzuren. Sommige algen zijn zo rijk aan omega-3-vetzuren dat er bedrijven zijn die omega-3 uit algen winnen.
Bekende algensoorten in supplementvorm verkrijgbaar zijn spirulina, chlorella, klamath-algen, dunaliella en haematococcus. Ze hebben allen specifieke eigenschappen.

Hoe gezonder eten?
Trage darmwerking: hoe voorkomen?
Belangrijke mineralen en vitaminen bij zwangerschap